Guido Gezelles 'Vlaemsche dichtoefeningen' (1858): een benadering van de dichter en het werk.

Gebrocheerd, originele uitgeversomslag, 16x24cm, 559pp. Bekroonde werken, 113. Aan de basis van deze uitgebreide monografie ligt de stelling dat de bundel Vlaemsche Dichtoefeningen de bekroning is van een groeiproces dat de jaren van Gezelles studietijd en de eerste leraarsjaren omvat. Het boek geeft eerst een nauwkeurig beeld van de historisch-biografische ontstaanscontext (o.a. de stad Roeselare, het Klein Seminarie, het toenmalige onderwijs). Een onderzoek naar het literatuurconcept in de onmiddellijke omgeving van de dichter voert naar de gebruikte handboeken en de stilistische principes van het collegemilieu waarin Gezelle opgroeide en als leraar functioneerde.Tegen die achtergrond gaat Van Iseghem na hoe de dichter inhoudelijke elementen en topoi, tropen en figuren, voorbeelden en genre-opvattingen verwerkt. Opvallend is de toepassing van de verschillende retorische technieken (inventio, dispositio, elocutio). Meteen wordt het oude verhaal ontkracht dat de bundel in het luchtledige ontstaan zou zijn en Gezelle uit zijn eigen gegroeid: zijn opleiding en eerste optreden in een lang niet van literaire cultuur verstoken milieu heeft kennelijk een sterke impact op zijn persona poetica gehad.